Artikel 446ter van het Gerechtelijk Wetboek verplicht de advocaat om het ereloon te begroten met de bescheidenheid die van het ambt moet worden verwacht, waarbij de begroting van het ereloon moet getuigen van billijke gematigdheid.
Het ereloon is de vergoeding die wordt aangerekend voor het verlenen van intellectuele juridische prestaties. Er zijn drie manieren waarop het advocatenkantoor het ereloon kan berekenen:
- Op basis van een uurtarief: Dit systeem is het meest gebruikelijk bij zakelijke dienstverlening. Het uurtarief wordt in samenspraak met de cliënt bepaald aan de hand van een aantal factoren, zoals de financiële draagkracht van de cliënt, urgentie, complexiteit, de aard en het belang van de zaak.
- Op basis van prestaties: Er wordt een forfaitair bedrag aangerekend per prestatie of per reeks van prestaties.
- Op basis van de waarde van de zaak: Indien een zaak in geld waardeerbaar is kan de advocaat een percentage van deze waarde aanrekenen als ereloon.
In samenspraak met de cliënt wordt bij het eerste gesprek bepaald op basis van welke manier het ereloon zal worden berekend en wordt meer verduidelijking gegeven over de dienstverlening van het kantoor en het hiermee gepaarde kostenplaatje.
Bij aanvang van het dossier zal steeds een voorschot of provisie gevraagd worden ter dekking van de eerste onkosten en prestaties. De werking met deze provisies zorgt ervoor dat de kost voor de cliënt gespreid wordt. Er wordt regelmatig gewerkt met tussenafrekeningen en op het einde van de zaak volgt de eindafrekening.
Indien gewenst kan er tussen advocaat Britt De Jonghe en de cliënt een samenwerkingsovereenkomst worden afgesloten, dewelke U zal worden gevraagd om te ondertekenen bij de aanvang van het dossier.
Indien Uw inkomsten ontoereikend zijn om het ereloon van advocaat Britt De Jonghe te betalen, dan kan een aanvraag worden ingediend bij het bureau voor juridische bijstand opdat er pro deo voor U kan worden opgetreden.
Sinds 1 januari 2014 zijn de prestaties van advocaten onderworpen aan 21% btw.